CROW thesaurus
PREFERRED TERM
fiets
DEFINITION
- Een fiets een voertuig is dat door spierkracht wordt voortbewogen, met meestal twee wielen (soms drie), een frame, een zadel, een stuur, een fietsketting en een trapas met pedalen.
BROADER CONCEPT
NARROWER CONCEPTS
RELATED CONCEPTS
- alle fietsers groen
- bewegwijzering
- bromfiets
- brug
- deelconflict
- detector
- fietsbord
- fietsbrug
- fietsenstalling
- fiets equivalent
- fietser
- fietsgebruik
- fietsinfrastructuur
- fietsopstelstrook
- fietsoversteek
- fietspaaltje
- fietspad
- fietsparkeerkencijfers
- fietsparkeren
- fietsvoorziening
- fietswrak
- helling
- hellingspercentage
- infrastructuur
- ontwerpsnelheid
- ontwerpvoertuig
- openbare verlichting
- opgeblazen fietsopstelstrook
- parkeerkencijfers
- parkeerregulering
- parkeren (RVV 1990)
- profiel van vrije ruimte
- recreatie
- rotonde
- solitair fietspad
- verkeerslicht
- verkeersregelinstallatie
- voorrangsregeling
- wegmarkering
SCOPE NOTE
- Er worden door gebruikers en in de handel tal van verschillende modellen onderscheiden. Deze modellen zijn ruwweg in te delen in de volgende categorieën: Standaard fiets (zoals ATB, baanfiets, beachcruiser, BMX-fiets, chopper, duofiets, EZB (easybike), handbike, hybridefiets, moederfiets, mountainbike, opoefiets, racefiets, tandem, toerfiets, transportfiets, vouwfiets), een ligfiets (zoals velomobiel) en een bakfiets (zoals fietstaxi).
BELONGS TO GROUP
IDENTIFIER
URI
https://data.crow.nl/thesaurus/term/8F124466-A03D-4AFE-90DD-949C454BFC9D