Skip to main

Zoek in woordenlijst

Content taal

Waterschap Hunze & Aa's thesaurus

VOORKEURSTERM
aantoonbaarheidsgrens  
DEFINITIE
  • De door het laboratorium vastgestelde kleinste waarde van het gemeten gehalte of de waargenomen waarde van de parameter in een monster, waarvan de aanwezigheid nog met een bepaalde betrouwbaarheid kan worden vastgesteld. In de standaard wordt als grens hiervoor een relatieve standaardafwijking van 33% op dat meetniveau gehanteerd
HEEFT BREDER BEGRIP
ALTERNATIEVE TERM
  • aantoonbaarheidsgrenzen
TOELICHTING
  • Ook in de NEN777-2012 wordt gebruikgemaakt van deze operationele definitie die de aantoonbaarheidsgrens gelijkstelt aan driemaal de standaardafwijking op dit niveau. De aantoonbaarheidsgrens (AG) is per definitie het werkelijke concentratieniveau waarbij de kans op fout-negatieve uitslagen beperkt is (het niveau van betrouwbaar aantonen). Daarom wordt bij herhaalde analyse van een laboratoriummonster op AG-niveau of hoger met grote betrouwbaarheid steeds dezelfde kwalitatieve uitslag (nl. ‘positief’) verkregen. (Bron: NEN 7777+C1:2012 / Aquo)
BEHOORT TOT GROEP
URI
https://begrippen.hunzeenaas.nl/id/begrip/Id-19d8c5f1-07dc-ca76-1382-a216e1725f55
Download dit concept:
EXACT OVEREENKOMSTIG